De Franse figuurpijp in de negentiende eeuw

Auteur:
Don Duco, Benedict Goes (Benedict Goes)

Jaar van uitgave:
2010

Uitgever:
Stichting Pijpenkabinet

Het fenomeen assortiment

Het begrip assortiment wordt gebruikt voor het marktaanbod van een maker of fabriek op een zeker moment. Dit marktaanbod wordt met veel zorg opgebouwd en is een weerspiegeling van de afzet. Bij het samenstellen van zijn assortiment streeft de fabrikant naar een eenheid in aanbod, dat wil zeggen dat hij een reeks modellen levert die op elkaar aansluiten. Over de jaren treedt onvermijdelijk een vertekening op doordat oude modellen leverbaar blijven. Deze staan nog op voorraad of anders zijn de productiemallen nog beschikbaar. De keuze om een minder courant model uit het assortiment af te voeren wordt niet snel gemaakt, er is immers altijd kans tot verkoop.

Afhankelijk van de marktkansen wordt het fabrieksassortiment uitgebreid met meer van hetzelfde, bedoeld om de keuzemogelijkheid in detail te vergroten. In andere gevallen ontstaat een ruimere variatie om nieuwe klanten voor zich te winnen of bestaande klanten met een nieuwigheid vast te houden. Het assortiment van de meeste bedrijven vertoont grote gelijkenis omdat zij de grootste gemene deler van de smaak van de consument reflecteren. Het interessante aan het assortiment is de specifieke verdienste van het bedrijf ofwel het bedrijfseigene van de fabriek dat soms zelfs uniek kan zijn.

046-00.726-catalogus-gisclon-002
Afb. 46a. APM 726
046-00.726-catalogus-gisclon-007
Afb. 46b. APM 726

De driedeling van het assortiment van de Franse pijpenfabrieken is al ter sprake gekomen. De oudste loot is de Hollandaise later aangeduid als Belge: de gladde, ongedecoreerde pijp met een ovale ketel en een rechte steel, gemaakt in variërende lengtes. Naast deze traditionele groep is de tweede categorie de typische Franse figuraal gedecoreerde steelpijp (afb. 46). Deze soort bestaat in uiteenlopende ontwerpen en onderwerpen met een sterke variatie in driedimensionaliteit. Tot de derde loot behoort de manchetpijp die sterker sculpturaal is uitgewerkt dan de steelpijp en het meest luxe deel van het assortiment uitmaakt (afb. 47).

Binnen het assortiment wisselen de drie hoofdgroepen in samenhang en in uitvoering. In de loop van de negentiende eeuw nemen de Hollandse en Belgische modellen in aantal af ten gunste van eigen ketelvormen en figurale vindingen. De verhoudingen in de afzet fluctueren door de tijd heen zowel per bedrijf als in het algemeen. Uiteraard wordt dat veroorzaakt door de voortdurend wisselende mode en de veranderende vraag van de consument. Het aanboren van nieuwe markten leidt dikwijls tot assortimentsverbreding met aanvullende modellen die in de nieuwe gebieden populair zijn. Dergelijke toevoegingen maken het assortiment geleidelijk internationaler.

047-10.077-cat-gambier-1868-014
Afb. 47a. APM 10.077
047-10.077-cat-gambier-1868-021
Afb. 47b. APM 10.077

We leren het assortiment in zijn variatie kennen door een inventarisatie van bewaard gebleven pijpen te maken. Dat geeft overigens een wat vertekend beeld want het zijn vooral de bijzondere pijpen die bewaard bleven. Een betere bron vormen de catalogi van de fabrieken. De catalogus geeft het assortiment aan zoals de fabrikant dat graag aan zijn klanten toonde. Van de meest prestigieuze modellen is doorgaans alles afgebeeld, de mindere kwaliteiten worden soms afgeslankt weergegeven. Door deze wijze van presenteren stuurt de fabrikant zijn klanten naar de voor hem best renderende soorten. In de catalogi staan doorgaans geen speciale edities, gemaakt op verzoek van een specifieke afnemer en bestemd voor een bepaald marktsegment. Veel van deze speciale maaksels zijn daardoor onbekend gebleven.

Het inzicht in het fabrieksassortiment is nooit compleet. Het reikt namelijk verder dan alleen de inventarisatie van de modellen. Aanvullend zouden we meer willen weten over de periode van productie en de oplage per model. Dan krijgen we een beter inzicht in de populariteit van de pijpen en het steeds veranderende modebeeld. Helaas is die kennis nooit opgetekend, althans de bedrijfsarchieven met loonstaten, productieoverzichten, ovenvullingen of voorraadlijsten zijn verloren gegaan. Toch is niet alles voorgoed verdwenen, want wie de modeveranderingen zorgvuldig bestudeert, kan nog veel assortimentsverschuivingen achterhalen.

Verdeling in series

De Franse pijpenfabrieken kenmerken zich door een buitengewoon fabrieksmatige werkwijze. Dat is niet verwonderlijk want in de grote bedrijven verdienen soms honderden personen hun brood. Een verantwoord economisch omgaan met arbeid is een van de voornaamste factoren om het voortbestaan van de fabriek te garanderen. Binnen de pijpenfabrieken wordt daarom een zorgvuldige berekening gemaakt van alle verrichtte arbeidshandelingen, inclusief de kosten van de grondstof, het bakken, de nabehandelingen en het verpakken. Voor de berekening van de productieprijs of kostprijs hanteert de fabriek een indeling in series. Een serie kenmerkt zich door pijpen met een eenheidsprijs omdat zij een overeenkomstige arbeidsinspanning vragen, inclusief de bijkomende kosten. In de fabriek zelf onderscheidt men soms tientallen series omdat extra handelingen tot een prijsverandering leiden. Bij de firma Gambier heeft men bijvoorbeeld 46 series, onder te verdelen in 35 series steelpijpen en 11 voor de losse koppen.

Tegenwoordig is het onderscheid in de verschillende series alleen nog van belang om de oorspronkelijke prijs te achterhalen. Een minder verfijnde indeling dan die van de oude series voldoet om inzicht te krijgen in de hoofdsoorten pijpen die er werden gemaakt. Dan gaat het niet langer om de minieme nuances tussen gladde en bijna gladde pijpen of hoog versierd en extra hoog versierd, maar verstrakken we de indeling tot een overzichtelijk geheel. Door deze vereenvoudiging is het juister in plaats van series van hoofdontwerpen te spreken. Zo kunnen we de Franse pijp in vijf groepen indelen.

048-00.726-catalogus-gisclon-021
Afb. 48. APM 726
049-00.726-catalogus-gisclon-022
fb. 49. APM 726

Tot de eerste en eenvoudigste soort rekenen we de unie, een simpele korte pijp geleverd in een breed modellengamma veelal met eigen modelnamen. De pijp is kort van steel met of zonder knoop. Tot deze groep behoren ondermeer de néogènes ofwel de nieuwe vormen, typisch negentiende-eeuwse modellen bedacht in de Franse bedrijven (afb. 48). Kenmerkend voor de Franse taal hebben deze pijpmodellen geen specifieke eigennaam gekregen.

De longue sluit aan bij het genre unie maar kenmerkt zich door een langere steel. Bij de lange steelpijp hoort een modellengamma dat vooral traditioneel is, dus dat terugvoert op de Hollandse en Belgische mode. Daarnaast zijn soms ook néogènes ofwel nieuwe vormen met een langere steel geleverd. De verkoopprijs van de longue is beduidend hoger vanwege de grotere steellengte die nooit een specialiteit van de Franse fabrieken is geworden.

Tot de serie fantaisie behoort de gefigureerde kleipijp (afb. 49). De portretpijp met de ketel in de vorm van een mensenhoofd is de meest kenmerkende. Daarnaast rekent men tot deze groep soms ook toevalsvormen die explicieter zijn en joyeuzer dan pijpen uit de categorie unie. De fantaisie heeft een steellengte tussen de twaalf en vijftien centimeter.

050-14.474-gambier-diane-1
Afb. 50. APM 14.474.

De fantaisie extra is een betrekkelijk kleine groep steelpijpen waartoe opvallende fantaisies behoren gekenmerkt door een groter formaat of een bijzonder ontwerp (afb. 50). Terwijl de gewone fantaisie een standaardmodel heeft dat geproduceerd wordt bij grote aantallen, is dit een bijzondere pijp verkrijgbaar in een gelimiteerd aantal modellen en verkocht wanneer de consument een uitzonderlijke vormgeving of meer luxe verwacht.

051-00.726-catalogus-gisclon-023
Afb. 51. APM 726

De tête is de tegenhanger van de steelpijp nu voorzien van een manchet ofwel een afgeknotte korte steel die verstevigd is om een separaat roer in te steken (afb. 51). Deze soort is de meest luxe van de Franse fabrieken en heeft ook de hoogste verkoopprijs, mede door de kostprijs van de separate roeren. De tête is niet aan een model gebonden al zijn de figurale koppen, de zogenaamde tête fantaisie wel de meest bekende. Ook veel néogène modellen zijn als manchetkop dus als tête uitgevoerd, zeker in de latere tijd.

Tussen de vijf hoofdgroepen en de verfijnde serie-indeling binnen de fabriek zit dus een groot verschil. Voor de verzamelaar en liefhebber van de Franse kleipijp is de oorspronkelijke seriedifferentiatie niet werkelijk van belang, maar is de bovengenoemde hoofdindeling in vijf basisgroepen bruikbaarder en overzichtelijker. In het fabrieksbedrijf ligt dat dus anders. Overigens vindt voor de verkoop een herberekening plaats om tot een definitieve prijs te komen. Daarbij wordt ook het aanbod van de concurrent in acht genomen en vooral het smaakgevoel van de consument. Een populair product wordt soms wat duurder op de markt gezet omdat van de klantenkring een bereidheid tot betalen wordt verwacht. Een artikel dat sterke concurrentie ondervindt, wordt voor een geringere winstprijs genoteerd.

Producten in formaten

De Franse pijp wordt in sterk uiteenlopende formaten gemaakt. Met de verschillende groottes komt de fabrikant tegemoet aan de wens van de consument ten aanzien van de duur van het roken. Het formaat wordt gestuurd door de marktkansen die de fabrikant ziet. Veel standaardmodellen, glad of met een bescheiden decoratie worden in een reeks opeenvolgende formaten geleverd. Alle formaten komen zowel voor als steelpijp als in de manchetversie. Gemiddeld genomen zijn de duurdere pijpen groter van kop terwijl door de tijd heen de ketelinhoud licht toeneemt.

Van de figurale pijp bestaat doorgaans maar één formaat per ontwerp. Reden is dat de verkoopkans nauwelijks toeneemt wanneer men meerder formaten naast elkaar levert. Wie per se een bepaalde decoratie wil kiezen, moet genoegen nemen met het formaat waarin die pijp wordt geproduceerd. Uiteraard houdt de fabrikant bij de keuze van een bepaalde grootte wel rekening met zijn doelgroep. Een royalistische pijp is bijvoorbeeld gemiddeld forser dan een exemplaar met een Republikeinse voorstelling. De fabrikant streeft dus naar een maximale variatie van onderwerpen maar zoekt wel steeds de meest geschikte grootte voor een specifiek ontwerp uit. Uitzondering vormt de Jacobpijp, die door vrijwel iedere fabriek in meerdere formaten werd geleverd.

052-10.077-cat-gambier-1868-025
Afb. 52. APM 10.077

De migonette is het kleinste formaat, zo klein dat je er nauwelijks tien minuten uit kunt roken (afb. 52). De kop heeft een hoogte van 1 tot 1½ cm. Dergelijke pijpjes zien er aandoenlijk klein uit en daaraan refereert de naam mignon ook, letterlijk vertaald staat dat voor lief en klein. De meeste rokers nemen de mignonettes niet serieus maar in een volwaardig fabrieksassortiment mogen zij niet ontbreken. In aantal blijven zij dan ook beperkt.

De petit is de standaard kleine pijpenkop voor ruim een kwartier rookgenot. Ook dit formaat was niet bijster populair en is beperkt gemaakt, maar maakt wel onderdeel uit van ieder fabrieksassortiment. Er wordt wel gezegd dat dit de beginnerspijp is voor de jeugdige roker. Overigens is het aardig te weten dat rokers eenmaal op leeftijd gekomen vaak naar dit formaat terugkeren.

Met de term moyen wordt de standaard maat ofwel de gemiddelde grootte aangeduid. De koppen kunnen de gebruikelijke hoeveelheid van drie tot vier gram tabak bevatten, de hoogte van de pijpenkop ligt tussen de twee en drie centimeter. Het is een formaat dat ook tijdens het werk goed gerookt kan worden. Zoals te verwachten is het aanbod in dit formaat het grootst.

De formaataanduiding grande wordt gebruikt voor de grote modellen met een ketelhoogte van vijf tot negen centimeter. Dit zijn pijpen die nog altijd comfortabel gerookt kunnen worden maar per keer aan de gebruiker wel de gepaste rust vragen. Hoewel functioneel zullen de meeste louter voor sier bedoeld zijn en behoren eerder tot de categorie geschenkartikel dan persoonlijke aanschaf.

053-10.077-cat-gambier-1868-028
Afb. 53. APM 10.077

Tot de extra behoren speciale ontwerpen met een ongebruikelijk groot ketelformaat (afb. 53). Zij hangen tussen de gebruikspijp en het sierproduct. In deze categorie domineert de manchetversie omdat anders de steel te lang zou worden.

Tenslotte is er de pipe d'étalage, het showmodel van echt groot formaat niet bedoeld om uit te roken, maar die louter een sierfunctie of beter gezegd een reclamefunctie heeft (vgl. afb. ..). Veel exemplaren zijn dan ook niet functioneel omdat er voor het zicht wel gaten in ketel en steel zijn geboord, maar de verbinding tussen beide onderdelen ontbreekt. Deze pijpen worden door de fabrikant aan de winkeliers verstrekt om reclame te maken voor het gangbare product, maar zijn nooit afgebeeld in de catalogi. Etalagepijpen zijn de ultieme uiting van de figuratie in de pijp omdat ze meer een sculptuur dan een pijp zijn. Hoewel ze in een beperkte oplage gemaakt zijn, zijn er relatief veel bewaard gebleven omdat ze als pronkstuk beduidend minder risico liepen dan een gewone gebruikspijp.

De afwerking

In het marktaanbod van de pijpenfabrikant wordt nog variatie aangebracht door het product op verschillende wijzen af te werken. De meeste pijpen worden in de standaard witbakkende klei geleverd. Zelfs hierin bestaan verschillende kwaliteiten. Het verschil zit in de kleur of tint, de porositeit en de stevigheid. Iedere kleimelange vereist een zekere steeldikte en zelfs een specifieke plek in de oven waar de temperatuur iets hoger of juist iets lager is om de vereiste breukbestendigheid te bereiken. Resultaat van de verschillende kleisoorten is dat zij ieder een eigen rookkwaliteit geven. De poreuze, breekbaardere soorten roken milder en zijn vaak prachtig wit. De wat sterkere, grauwere pijpen veroorzaken een wat hetere rook en dus een scherpere smaak. Overigens gaat het om eigenschappen die we optisch nauwelijks kunnen herkennen, behalve wanneer een steeletiket ons daarop wijst.

054a-00.487c-gambier-griffe-1
Afb. 54a. APM 487c
054b-00.487a-gambier-griffe-1
Afb. 54b. APM 487a
054c-00.487b-gambier-griffe-1
Afb. 54c. APM 487b

Naast de witte kleur bestaan er enkele andere afwerkingen. Door toevoeging van kleurstof komt de fabrikant tot een roodbakkende klei die de terracotta kleur benadert (afb. 54b). Onder de rokers staan die pijpen bekend om hun extra milde smaak. Helaas is de breekbaarheid ook iets groter. Zij worden pas rond het jaar 1900 populair en maken dan vijf tot vijftig procent van de productie uit. Daarnaast bestaan er zwartgebakken producten (afb. 54c). Deze kleur wordt verkregen door de pijpen in de oven reducerend te bakken door ze in houtstof of beenderas te laten smeulen. Vanwege extreme rookontwikkeling kleuren de pijpen diep zwart. Ook de zwarte kleur is bij de Franse fabrieken beperkt gebruikt en dan vooral rond het jaar 1900.

Een heel bijzondere kleisoort is de magnésienne (afb. 55), een poreuze iets rossig getinte witte klei die extra snel doorrookt. Hun afwerking en rookkwaliteit benadert de meerschuim pijp. Dergelijke pijpen worden soms zelfs om het kleuren te bespoedigen in de alcohol gedrenkt en in het donker verpakt. Bij het uitpakken verkleuren deze pijpen door blootstelling aan het licht, dan aangeduid als electromagique, (afb. 56).

055-09.211-belle-aker-electro-1
Afb. 55. APM 9.211
056-02.580a-belle-electro-1
Afb. 56. APM 2.580a

Tot slot wordt de gebakken pijp nog nabehandeld. De meest populaire afwerking is het opbrengen van schilderemail. Deze emailafwerking wordt aanvankelijk heel bescheiden toegepast en alleen in zwart en wit. In de jaren 1840 breidt men de emailbeschildering uit tot soms meer dan zes heldere kleuren. Door de tijd heen zien we favoriete kleurstellingen die vaak aansluiten bij het dan heersende modebeeld. Een bepaalde kleur bruin wordt bijvoorbeeld alleen rond het jaar 1900 gebruikt. De emaillering werd pas opgebracht kort voor het moment van verkoop, soms op pijpmodellen die al jarenlang op voorraad stonden. Tussen de productie van de pijp en de emaillering kan dus een aanzienlijke tijd liggen.

De hele pijp kan ook een ander uiterlijk krijgen. De afwerking met warmtebestendige lak is de meest bekende, bedoeld om duurdere materialen te suggereren zoals meerschuimimitatie of houtnabootsing. De calciné-afwerking gaat nog een stap verder. Deze bestaat uit een transparante geelgetinte lak, die rond de ketelopening donkerbruin wordt gebrand om op een doorgerookte meerschuim pijp te lijken. In andere gevallen gebruikt men gekleurde lak of zelfs een dekkende verf om een vrolijk resultaat te krijgen. De meest luxe pijpen zijn de pompadours (afb. 57), pijpen die niet alleen geëmailleerd en gelakt zijn, maar daarna ook nog in details worden verguld. Glazuur als afwerking wordt in de Franse fabrieken zeer spaarzaam gebruikt, dat is meer een Belgische liefhebberij.

057-13.751-gambier-pompadour-1
Afb. 57. APM 13.751
058-11.748-fiolet-electrolyse-4
Afb. 58. APM 11.748

Behalve dat de afwerking van fabriekswege kan zijn verzorgd, zijn er in sommige steden kleine werkplaatsen geweest waar op verzoek een emailbeschildering kon worden aangebracht. Hier wordt de pijp vaak van een persoonsnaam of een datum voorzien of op een andere wijze gepersonifieerd. Een heel merkwaardige en typisch negentiende-eeuwse afwerking is om pijpen in bronzen, zilveren of zelfs gouden versies af te werken door middel van een elektrolyse bad (afb. 58). Hiervan zijn verschillende voorbeelden bekend, al ligt die afwerking buiten de eigenlijke pijpennijverheid.

Voor alle soorten en wijzen van afwerking geldt dat zij gericht zijn op een luxer voorkomen van de pijp. De extra afwerking leverde voor de fabrikant doorgaans een verhoging van de winst maar ook een breder marktaanbod. De roker kon met zijn gekleurde pijp verbazing en bewondering verwachten en dat gaf hem extra aanzien.

Prijzen

Het bestuderen van de prijzen van kleipijpen levert inzicht in de productieprijs binnen de fabriek, maar geeft ook een beeld van de appreciatie van de soorten kleipijpen bij de consument. Vooropgesteld moet worden dat de verkoopprijs lang niet altijd de optelsom van de grondstof, de loonkosten en de algemene fabriekskosten is, doch wel altijd de minimale prijs daarvan. De fabrikant stelt de verkoopprijs doorgaans bij in het licht van de concurrentie, de doelgroep en de verwachte marktvraag. Streven is aldoor tot winstmaximalisatie te komen, enerzijds door populaire pijpen een prijsopslag te geven, anderzijds door de verkoop van producten met de grootste winstmarge te stimuleren.

In deze paragraaf gaat het niet om de prijs van het product door de tijd heen maar veeleer om de onderlinge prijsverhoudingen van de verschillende soorten. Door vergelijking krijgen we een beeld wat de consument voor een bepaalde soort pijp moest betalen. Als bron nemen we een prijslijst van Gambier uit circa 1895. Uitgangspunt voor de consumentprijs is de standaardpijp, de unie, een eenvoudige, ongedecoreerde maar goed afgewerkte pijp. Daaronder zit slechts één soort, namelijk de goedkoopste steelpijp, de grove korte die zo’n twintig procent goedkoper is. De fantaisie, de pijp met de figurale ketel en de kleisteel blijkt twintig procent duurder dan de standaard, in feite minder dan wij zouden verwachten. De vaak uitbundige decoratie maakt dus op de verkoopprijs maar weinig verschil uit. Het wijst erop dat de figuurpijp wèl een bijzonder artikel was maar als rookpijp toch blijkbaar niet de meest geliefde. Was de vraag groter dan kon de prijs gemakkelijker worden opgevoerd. Overigens wordt de wat mindere populariteit onder de rokers ook door opgravingen bevestigd.

059-09.901-gambier-permission-03
Afb. 59. APM 9.901

Onverwacht is de hoge prijsstelling van de nog niet genoemde grande marques, ogenschijnlijk een standaard steelpijp zij het wat forser uitgevoerd en met een superbe afwerking. Hier bepaalt de ingetogen kwaliteit de hoge consumentprijs. Zij zijn veertig procent duurder dan de standaard steelpijp en bewijzen dat een bepaalde categorie rokers zich prettiger voelt met een kwaliteitsproduct dan met een conversation piece waarmee men opvalt (afb. 59). Boven deze zogenaamde grote merken onderscheiden we nog twee soorten steelpijpen, aangeduid met extra. Zij zijn werkelijk luxe en hebben een prijs die zestig tot tachtig procent hoger ligt dan die van de standaardpijp. Hier gaat het niet langer om gewone rookpijpen voor dagelijks gebruik, maar om curiosagoed en luxe geschenkpijpen die slechts incidenteel verkoop scoorden maar voor de fabrikant wel tot de noodzakelijke assortimentscompletering behoorden.

Daarboven bestaan de lange soorten pijpen die 120 procent duurder zijn ofwel meer dan het dubbele van de standaardprijs. De extra en extra extra liggen zelfs op de tweehonderd procent. De relatief hoge prijs voor de lange pijpen houdt uiteraard verband met het feit dat de Franse bedrijven voor dit moeilijk te maken product nauwelijks geschikt personeel hebben en er bij het maken veel uitval is. Dat marktsegment liet men aan de Gouwenaars. De duurste steelpijpen zijn de pompadours (vgl. afb. 57), zeer verfijnde pijpen voorzien van een fijngevoelig reliëfwerk en prachtig afgewerkt met email, lak en tot slot nog verguldsel. Zij liggen op vierhonderd procent van de standaardprijs.

Bij de manchetpijpen lopen de prijzen eveneens sterk uiteen. Hier blijkt de prijsstelling volledig gebaseerd te zijn op het formaat, niet op de uitbundigheid van de voorstelling of op de factor lastiger te produceren. Voor de fabrikant is de figurale manchetpijp uitgangspunt voor de prijsbepaling. Het beperkte assortiment gladde soorten, overigens vooral uit de latere tijd, loopt mee in de prijs van de vergelijkbare grootte als figuurpijp. Zijn de vormkosten bij deze gladde koppen beduidend lager, in afwerking zijn deze pijpen weer veel duurder omdat het oppervlak met de hand geglaasd wordt. Zo eindigt men toch op een vergelijkbaar prijsniveau.

060-08.540-gambier-bayard-03
Afb. 60. APM 8.540

De standaard manchet-figuurpijp heeft een formaat net iets onder moyen en kenmerkt zich door een betrekkelijk onopvallende figuratie. Een goedkopere versie, zoals de unie bij de steelpijpen, bestaat bij de manchetpijpen niet. Daar boven neemt het product in zes stappen in grootte en uitbundige modellering toe. De drie iets grotere soorten liggen qua prijsstelling betrekkelijk dicht bij elkaar. Per categorie scoren zij een verkoopprijs van twintig procent meer. De consument betaalde dus voor een grotere pijp meer geld, zij het zeker niet excessief. Anders ligt dat voor de twee grootste soorten. Tot die categorie behoren Soulié en Rubens maar ook de grootste Jacob, die de dubbele prijs van de standaard zijn. Vooral voor de Jacobpijp met een algemene uitbeelding is dat onverwacht duur. Daarboven vinden we nog een serie van grootste koppen die bijna het drievoudige van de standaard kosten en tot de meest luxe soort behoren. De bekendste daarvan is le bayard (afb. 60). Wonderlijk genoeg zijn deze beide grootste soorten toch bij forse aantallen verkocht en waren deze zogenaamd dure pijpen in hun tijd blijkbaar prijswaardig.

Duidelijk is dat de verkoopprijzen dus veel sterker uit elkaar lopen dan we zouden verwachten. We zien dat de fabrikant massagoed onderscheidt die tegen een concurrerende prijs wordt gebracht. Daarnaast zet hij luxe soorten op de markt die tegen een extra winstprijs verkocht worden. In het gewone goed klinkt de concurrentie met de lokale fabrieken door, in de luxe waar is die verdwenen waardoor een meer vrije prijsstelling mogelijk is. In die gevallen gaat de prijs explosief omhoog waardoor er in die sector voor de fabrikant de kans ligt om extra winst te behalen.

Prijzen steelpijpen (in Franse franc):    
48 fr. pompadours  
24 fr. permission  
23 fr. Arabe  
18 fr. Arabe klein  
12 fr. lange néogène  
10 fr. Jacob, Diane  
9 fr. clochettes, Jupiter, élélefant  
8 fr. grande marques  
7 fr. fantaisies  
6 fr. gewone steelpijpen  
6/7 fr. mignonettes  
5 fr. korte en eenvoudige steelpijpen  

  

Prijzen manchetkoppen:    
33 fr. extra groot   Vallière, Boileau en Bayard, Polichinelle
24 fr. groot Soulié, Rubens, Jacob grand.
18 fr. normaagrootl Rembrandt, aigle impériale, skelette, Jupiter, Allard
15 fr. normaal kleiner Chinois, Grec, Juive, Corday, Tricoteuse, ook Joko
12 fr. normaal Punch, Gérard, Bonaparte, Garde Française, charité, cheval
9 fr. kleiner Napoleon, Cinq Mars, Noé, Protet, Bordelaise
7 fr. klein rieur, Michelange, varlet, fauconnier, Faust
6 fr.   mini klein en glad  
22-33 fr.   pijpen met busjes van wit naar gecalcineerd
     
     
     

                                 
                                

Onderwerpen op de kleipijp

Het aantal voorstellingen in de figurale pijp is verbazingwekkend groot. Van diverse fabrieken zijn in de loop van de tijd de handelscatalogi opgedoken waardoor we een goed beeld hebben gekregen van de geweldige productvariatie. Een gevestigde fabriek met een zekere omvang realiseert zo’n twintig nieuwe modellen per jaar. Na enkele tientallen jaren van bestaan is dus sprake van honderden modellen. De oudere fabrieken als de firma Louis Fiolet, C. Duméril & Leurs en de firma J. Gambier beschikken uiteindelijk over een modellenbestand tussen de duizend en ruim tweeduizend verschillende exemplaren. Uiteraard is dat dankzij hun succesvolle marktvoering en lange periode van bestaan.

Voor deze presentatie over de figurale pijp is een indeling naar voorstelling gemaakt die in drie hoofdcategorieën uiteen valt.

  • bestaande personen
    vorsten uit Frankrijk
    vorsten uit andere landen
    politici
    militairen
    kunstenaars
    overige personen
  • fantasie personen en types
    literatuur, theater en volksliedjes
    symboliek
    mythologie
    landen en volken
    rangen, standen en beroepen
  • flora, fauna en voorwerpen
    planten en bloemen
    dieren
    voorwerpen

Elk van deze categorieën is weer verder in thema’s onderverdeeld. Dit is overigens niet een indeling die in de negentiende eeuw werd gebruikt. De roker zocht in zijn pijpenwinkel een model dat hem aansprak, zonder zich bewust te zijn van het volledige assortiment. Bij de bespreking in dit artikel worden de meest specifieke voorbeelden aangehaald. Waar mogelijk wordt per groep of soms per individuele uitbeelding verklaard waarom die voorstelling tot stand is gekomen en wat indertijd de betekenis voor de doelgroep was. Zo wordt niet alleen de enorme vormvariatie in de figurale pijp getoond, maar ook de waarde geduid als propaganda-artikel, souvenir, praatstuk of voorwerp van amusement. Wie het panopticum aan voorstellingen overziet, krijgt een beeld van de belevingswereld van de negentiende-eeuwse roker die op ons nu soms verwonderlijk overkomt.

De categorie bestaande personen kent een duidelijke tweedeling. De meest actuele zijn de contemporaine of eigentijdse personen, daartegenover staan de historische figuren. Vanuit de tegenwoordige tijd bezien zijn alle voorgestelden inmiddels historische personen, maar in de tijd van productie gold dat vanzelfsprekend niet. Het is goed te bedenken dat meer dan de helft van de in pijpen uitgebeelde personages toen zij in de negentiende eeuw bedacht werden nog leefden en actuele daden verrichtten. Zij waren bekend vanuit het nieuws en vanwege hun populariteit haalden zij de krant of het tijdschrift. Om die reden waren zij voor de roker herkenbaar en konden dus als mascotte geliefd worden. De scheiding eigentijds dus negentiende-eeuws en historisch is hier bewust niet doorgevoerd omdat de meeste onderwerpen dan tweemaal aan bod moeten komen.